Wetsvoorstel compensatie transitievergoeding bij ontslag na ziekte aangenomen
Sinds de invoering van de WWZ (1 juli 2015) zijn werkgevers de transitievergoeding verschuldigd, ook bij ontslag wegens langdurige arbeidsongeschiktheid. Omdat voor de WWZ (in beginsel) geen vergoeding verschuldigd was bij ontslag wegens langdurige arbeidsongeschiktheid, leidde dat tot veel kritiek en weerstand. Werkgevers vinden het onrechtvaardig als zij, naast de loondoorbetalingsverplichting gedurende 2 jaar ziekte en de bijkomende re-integratiekosten, ook nog een vergoeding moeten betalen bij een daarop volgend ontslag.
De toenmalige regering heeft ervoor gekozen om de transitievergoeding te handhaven en om met het bovengenoemde wetsvoorstel te voorzien in een financiële compensatie voor werkgevers die een werknemer wegens langdurige ziekte c.q. arbeidsongeschiktheid ontslaan en de transitievergoeding verschuldigd zijn. Nadat de Tweede Kamer al had ingestemd is het wetsvoorstel op 10 juli 2018 ook door de Eerste Kamer aangenomen.
Hoe ziet de compensatieregeling er uit?
- De regeling voorziet in compensatie voor werkgevers die bij ontslag van een langdurige zieke werknemer de transitievergoeding hebben betaald. Voorwaarde is dat de werknemer de wettelijke loondoorbetalingsperiode van 2 jaar is verstreken en de werknemer bij het einde van de arbeidsovereenkomst nog steeds ziek is. Het wetsvoorstel voorziet ook in compensatie als de werkgever een transitievergoeding moet betalen omdat hij een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd van een zieke werknemer laat aflopen.
- De regeling wordt met terugwerkende kracht vanaf 1 juli 2015 ingevoerd en de werkgever kan dus in aanmerking komen voor compensatie bij ontslagen vanaf 1 juli 2015.
- De compensatieregeling geldt ongeacht de wijze waarop de arbeidsovereenkomst beëindigd is. Er is niet alleen recht op compensatie bij eenzijdig ontslag via het UWV of de kantonrechter, maar ook bij een beëindiging met wederzijds goedvinden door middel van een vaststellingsovereenkomst c.q. beëindigingsovereenkomst. Waar het om gaat is dat beëindiging van de arbeidsovereenkomst plaatsvindt wegens langdurige ziekte c.q. arbeidsongeschiktheid.
- De compensatie is gemaximeerd. De compensatie is niet hoger dan de transitievergoeding waarop een werknemer recht zou hebben gehad als de arbeidsovereenkomst zou zijn beëindigd op het moment dat de wettelijke loondoorbetalingsverplichting normaal gesproken eindigt. Dat is normaliter na 2 jaar ziekte. Als het UWV een loonsanctie heeft opgelegd en de werkgever de arbeidsovereenkomst daardoor pas later heeft kunnen beëindigen waardoor de hoogte van de transitievergoeding verder is opgelopen, voorziet de regeling niet in compensatie van dat meerdere. Ook als de werkgever om andere redenen langer heeft gewacht met beëindiging van de arbeidsovereenkomst (slapend dienstverband), blijft de compensatie beperkt tot de hoogte van de transitievergoeding die de werkgever had moeten betalen als de arbeidsovereenkomst direct na 2 jaar ziekte zou zijn beëindigd.
- De beoogde datum van inwerkingtreding van de regeling is 1 april 2020.
Uitvoeringsregeling
Voor de uitvoering van de compensatieregeling heeft de regering als bijlage bij het wetsvoorstel in concept de ‘Regeling compensatie transitievergoeding’ opgesteld. Daarin staan de procedurele voorschriften voor de aanvraag van compensatie.
De werkgever moet uiterlijk binnen zes maanden na betaling van de transitievergoeding een verzoek indienen bij UWV. Gelet op de (beoogde) inwerkingtredingsdatum van de regeling geldt voor transitievergoedingen die voor 1 april 2020 betaald zijn dat het verzoek uiterlijk voor 1 oktober 2020 moet zijn ingediend. Bij de aanvraag zal de werkgever moeten aantonen dat aan de voorwaarden voor compensatie wordt voldaan en daartoe de nodige bewijsstukken moeten overleggen:
- de arbeidsovereenkomst(en) met de werknemer;
- indien de arbeidsovereenkomst niet van rechtswege is geëindigd: documenten waaruit blijkt dat de arbeidsovereenkomst is beëindigd wegens langdurige arbeidsongeschiktheid (bijvoorbeeld: de beschikking waaruit blijkt dat UWV toestemming heeft verleend voor opzegging van de arbeidsovereenkomst wegens langdurige arbeidsongeschiktheid, de beschikking van de kantonrechter waaruit blijkt dat de arbeidsovereenkomst om die reden is ontbonden of de vaststellingsovereenkomst c.q. beëindigingsovereenkomst waarbij de arbeidsovereenkomst om die reden met wederzijds goedvinden is beëindigd);
- indien de arbeidsovereenkomst niet is opgezegd wegens langdurige arbeidsongeschiktheid na toestemming van UWV: een verklaring van de werkgever dat de werknemer ziek was op het moment dat de arbeidsovereenkomst eindigde, de periode gedurende welke de werknemer ziek is geweest en de naam van de behandelend bedrijfsarts;
- loonstroken waaruit het door de werkgever tijdens ziekte betaalde loon blijkt;
- de gegevens die gebruikt zijn om de hoogte van de transitievergoeding te berekenen;
- bewijs van betaling van de (transitie)vergoeding.
Hoe nu verder?
Het duurt nog even voordat de compensatieregeling zal worden ingevoerd. Bovendien kan de beoogde invoeringsdatum van 1 april 2020 nog wijzigen. Ook is nog niet duidelijk hoe werkgevers een compensatieverzoek kunnen indienen zodra de regeling geldt.
Omdat de compensatieregeling met terugwerkende kracht vanaf 1 juli 2015 zal worden ingevoerd, hoeft u niet te wachten met de beëindiging van de arbeidsovereenkomst van langdurige arbeidsongeschikte werknemers totdat de compensatieregeling in werking is getreden. Dat is ook niet verstandig. Als u de invoering van de compensatieregeling afwacht zal een deel van de tegen die tijd verschuldigde transitievergoeding niet voor compensatie in aanmerking komen. Zoals hierboven al is aangegeven beperkt de compensatie zich immers tot de transitievergoeding waarop een werknemer recht zou hebben gehad indien de arbeidsovereenkomst direct na afloop van de wettelijke loondoorbetalingsverplichting (lees: na 2 jaar ziekte) zou zijn beëindigd.
Indien u na 1 juli 2015 reeds arbeidsovereenkomsten van langdurig zieke werknemers hebt beëindigd en daarbij een (transitie)vergoeding hebt betaald, kunt u daarvoor een vergoedingsverzoek indienen zodra de compensatieregeling is ingevoerd.
In alle gevallen is mijn advies om de relevante stukken (zie hierboven) goed in het personeelsdossier te bewaren zodat u kunt voldoen aan de eisen die worden gesteld bij het indienen van een compensatieverzoek.
Indien u naar aanleiding van het bovenstaande nog vragen heeft of ondersteuning zoekt, kunt u uiteraard contact opnemen met ons kantoor.
Neem contact op
Sociaal Plan Apollo Vredestein
Bent u werknemer van Aopollo Vredestein en bent u aangewezen als boventallige of heeft u anderszins vragen heeft over de reorganisatie en/of het sociaal plan, dan kunt u bij ons terecht. Wij ontvangen u graag voor een gratis en vrijblijvend eerste adviesgesprek....
De WAB: deel 3, de Oproepovereenkomst
De doelstelling van de WAB is om het verschil in kosten en risico’s tussen vaste en flexibele contracten te verminderen. De regeling van de oproepovereenkomst is één van de onderwerpen die met de WAB wordt gewijzigd.De oproepovereenkomst is geregeld in art. 7:628a...
De WAB: deel 2, de Transitievergoeding
Het tweede deel van onze serie blogs over de Wet arbeidsmarkt in balans gaat over de wijzigingen ten aanzien van de Transitievergoeding. Huidige situatieSinds invoering van de Wet Werk en Zekerheid (WWZ) op 1 juli 2015 hebben werknemers bij de beëindiging van hun...
De WAB: deel 1, de cumulatiegrond
In deze serie blogs over de Wet Arbeidsmarkt in Balans (WAB) bespreken we per blog een onderwerp dat als gevolg van de WAB gaat veranderen in het arbeidsrecht en het sociale zekerheidsrecht. Het doel van de WAB is om de kloof tussen vaste en flexibele contracten...
Van aanstelling naar arbeidsovereenkomst
Met ingang van 1 januari 2020 verliezen overheidswerknemers hun ambtelijke status en krijgen ze een arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht. Dat is althans de streefdatum van de wet die hier verantwoordelijk voor is: de Wet normalisering rechtspositie ambtenaren...